Ons unieke proces

Geuze steken, lambiek brouwen

Geuze ‘brouwen’ we niet, maar ‘steken’ we. Want geuze ontstaat door een assemblage van lambiekbieren. En die worden dan weer wél gebrouwen. Ben je nog mee? We maken je graag wegwijs in de kunst van het geuzesteken.

Lambiek wordt gebrouwen met mout en tarwe, maar daar houdt de vergelijking met andere bieren op. In tegenstelling tot andere brouwers voegen lambiekbrouwers géén gist toe aan hun brouwsel. Lambiek is een bier van spontane gisting: op koudere winternachten doet de omgevingslucht in de Zennevallei zijn werk. Hierdoor duiken natuurlijke gist- en bacteriesoorten in het brouwsel, dat in een open kuip ligt: het koelschip.

De lambiek die tijdens de wintermaanden is ontstaan, krijgt ruim de tijd om te rijpen op eiken vaten: onze foeders. Zo evolueert het bier verder onder impuls van de rijke microcultuur die in deze oude, eikenhouten vaten leeft. Om geuze te steken, wordt een assemblage gemaakt van lambiekbieren uit verschillende jaren – en dus verschillende foeders. Voor onze Oude Geuze Boon is dat bijvoorbeeld een assemblage van lambiek die 1, 2 en 3 jaar heeft gerijpt. Die krijgt vervolgens nog maanden de tijd om op fles te hergisten.

Spontane gisting, doordachte processen

De meeste bierliefhebbers kennen wel onze Oude Geuze Boon, Kriek Boon of Geuze Mariage Parfait. Daarnaast hebben we intussen ook nog talloze andere karaktervolle bieren. Dankzij de wilde gisten in onze vaten en de lange rijpingstijden is het mogelijk om heel wat variaties te maken van deze traditionele lambiekbieren. Zo zijn er bijvoorbeeld de Oude Geuze VAT Monoblends: assemblages met 90% lambiek uit één eiken foeder. Oude Geuze Boon Black Label ontstaat dan weer uit lambiekbieren met de hoogste vergistingsgraad. Om onze Oude Kriek of Framboise te maken, laten we vers fruit samen vergisten met jonge lambiek. Met de zo ontstane ‘kriekenlambiek’ als basis maken we vervolgens verschillende bieren, die de expressie hebben van écht vers fruit.

Foeders met karakter

De lambiekbieren waarmee we onze geuze steken, hebben hun karakter ook te danken aan de foeders waarin ze rijpen. Vandaag telt Brouwerij Boon wel 161 foeders: stuk voor stuk eiken vaten met een lange geschiedenis.  Ze worden immers al meerdere decennia – soms zelfs al een eeuw – gebruikt om lambiek in te laten rijpen.

In het eikenhout van het vat leven microflora van wilde gisten: die worden gevoed door de lambiek waarmee telkens het vat wordt gevuld. Door zo’n eiken vat gedurende talloze decennia steeds opnieuw te vullen met lambiek, wordt het een lambiekvat.  De microflora in zo’n vat zorgen voor de rijping van het bier. Door het vat steeds opnieuw te gebruiken, evolueren de microflora bovendien over de jaren – met steeds fijnere lambiek als resultaat. De oudste vaten in de brouwerij staan zo garant voor het fijnste, lekkerste bier.

Hallo daar!

Ben jij al 18 jaar of ouder?

We zien je graag terug als je 18 jaar bent.